Bruine winterjuffer

winterjuffer.1000
Bruine winterjuffer vlieg over de heide in de gaas, je moet goed kijken en wachten tot hij vliegt om te zien waar hij gaat zitten.

34-39 mm. Lichtbruin lichaam, met donkere bronskleurige tekening op achterlijfsrug en borststuk (bij jonge dieren met groene glans). De donkere figuurtjes op het achterlijf zijn torpedovormig. In het voorjaar vaak veel donkerder gekleurd, hierdoor effen donkerbruin lijkend. De ogen hebben dan vaak blauwe berijping. Pterostigma’s lang en bruin en in de voorvleugels dichter bij de top geplaatst dan in de achtervleugels. In rust worden de vleugels alle vier aan één kant van het lichaam samengehouden. De donkere strepen op de borststukrug hebben een rechte onderkant. De donkere streep op de zijkant van het borststuk (onder de schoudernaad) is relatief breed.Vrij algemeen

Habitat
Vennen, duinplassen, overige plassen en poelen met goed ontwikkelde verlandingsvegetatie. Sporadisch ook in laagveen. Overwinteringshabitat: beschutte plaatsen in heide en halfopen bossen.

TVS_2713.1000

 

Vliegtijd en gedrag
De voorjaarsgeneratie (die zich voortplant) is vooral actief van begin april tot eind juni, met een piek in eind april/begin mei. Op zonnige dagen kunnen actieve imago’s echter nog vroeger in het voorjaar worden waargenomen, of zelfs in de winter. De najaarsgeneratie vliegt van begin juli tot eind oktober, met een piek in augustus en september. Beide generaties overlappen elkaar in eind juni/begin juli.
Imago’s rusten vaak op houtige of verdorde plantenstengels en drukken zich hier in de lengterichting tegenaan. Hierdoor vallen ze nauwelijks op, totdat ze een stukje verder vliegen. De voorjaarsgeneratie plant zich voort en is dan ook hoofdzakelijk aan de waterkant aan te treffen. Eieren worden in tandem afgezet, meestal in drijvend plantenmateriaal. Vaak zijn dit dode stengels en bladeren van riet, lisdodde of snavelzegge. De najaarsgeneratie heeft na het uitsluipen geen binding meer met het water en kan ver van de voortplantingshabitat worden aangetroffen. Imago’s zijn dan meestal jagend of rustend aan te treffen op beschutte plaatsen, bijvoorbeeld in bosranden. Voor de overwintering zoeken ze beschutte plekjes op in bijvoorbeeld heidestruiken, pijpenstrootjepollen of onder boomschors.

Levenscyclus
Samen met noordse winterjuffer de enige Europese libel die als imago overwintert. De imago’s kunnen daardoor uitzonderlijk oud worden, tot wel tien maanden. In het vroege voorjaar vindt de voortplanting plaats en worden de eitjes afgezet. Vervolgens ontwikkelen de larven zich binnen drie maanden tot imago’s, die in de nazomer verschijnen. Wanneer het kouder wordt begint de overwintering.

Bron: Libellennet.nl  foto’s: T.V.S. Fotografie

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *