Ooievaar

Als carnivoor eet de ooievaar een breed scala aan dierlijk prooien, inclusief insecten, vissen, amfibieën, reptielen, kleine zoogdieren en kleine vogels. Hij pakt het meeste voedsel van de grond, tussen lage vegetatie en uit ondiep water. Het is een monogame broeder, maar vormt geen paar voor het leven. Het paar bouwt een nest bestaande uit grote takken, dat soms meerdere jaren wordt gebruikt. Het vrouwtje legt elk jaar één legsel van gewoonlijk vier eieren, die 33 tot 34 dagen na het leggen asynchroon uitkomen. Beide ouders broeden om beurten de eieren en voeden ook beide de jongen. De jongen verlaten het nest 58 tot 64 dagen na het uitkomen en worden hierna nog 7 tot 20 dagen gevoed door de ouders.

Verspreiding

De twee ondersoorten die lichtelijk variëren qua formaat, broeden in Europa (noordelijk tot Estland), Noordwest-Afrika, Zuidwest-Azië (oostelijk tot het zuiden van Kazachstan) en zuidelijk Afrika. De vogeltrek van de ooievaar vindt plaats over lange afstanden. Hij overwintert in Afrika ten zuiden van de Sahara of in India. Omdat hij gebruikmaakt van thermiek om te vliegen en deze zich niet vormt boven open water vermijdt hij tijdens de trek tussen Europa en Afrika de oversteek over de Middellandse Zee door om te vliegen via de Levant in het oosten of de Straat van Gibraltar in het westen.

De ooievaar, ook wel uiver, eiber of stork genoemd, is een grote, witte vogel met zwarte vleugelranden en rode poten en snavel. Een ooievaar wordt ongeveer 1.30 m groot. De mannelijke ooievaar weegt ongeveer 4,5 kg, een vrouwelijke ooievaar ongeveer 3,5 kg. Een ooievaar kan gemiddeld 30 jaar oud worden.

handtekening.5

 

 

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *