IJsvogel De ijsvogel is een kleine vogel met een korte staart en pootjes, een korte nek, korte afgeronde vleugels, een grote kop met grote ogen en een lange, dolkvormige snavel. De poten zijn syndactiel: de voortenen zijn aan de basis gedeeltelijk met elkaar vergroeid.De ijsvogel is aan de bovenzijde overwegend blauw, waarbij de veren van de kop en vleugels iriserend blauwgroen zijn, en op het midden van de rug lichter tot kobaltblauw. De staartveren zijn wat donkerder. De veren aan de borst en buikzijde zijn warm oranje, en steken hiermee duidelijk af. Van de snavel tot achter het oog is op de wang een oranje oogstreep aanwezig, die abrupt overgaat in een helder witte streep. Ook de keel is wit. De poten van een volwassen ijsvogel zijn oranje tot rood van kleur. De mannetjes zijn enkel van de vrouwtjes te onderscheiden aan de kleur van de basis van de ondersnavel, die bij het vrouwtje voor het grootste deel tot volledig oranje is. Ook kan er bij het vrouwtje in de basis van de bovensnavel oranje voorkomen. De ondersnavel van het mannetje kan tot een derde van de lengte, gezien vanaf de basis, oranje zijn. Juvenielen onderscheiden zich van volwassen exemplaren door het valere verenkleed met donkergrijs gerande borstveren, een kortere snavel met een bleke snavelpunt, en donkerbruine poten. Roep van een ijsvogelDe ijsvogel meet van snavelpunt tot en met staart ongeveer 16 cm; de spanwijdte is 24 tot 26 cm, en het lichaamsgewicht loopt uiteen van 34 tot 55 gram. De ijsvogel heeft een snelle stofwisseling, en het gewicht varieert gedurende de dag.De vogel is in noordelijk Europa onmiskenbaar door zijn tekening.Het geluid is divers. Er kunnen schelle en fluitende geluiden worden geproduceerd. Het mannetje lokt het vrouwtje met een hoge, fluitende ’tieieiet’ of ’tieietuu’, die hij vaak tijdens de vlucht laat horen. Bij opwinding of agressie worden korte, herhaalde ’tri-tri-tri’ geluiden geproduceerd. Bron Wikipedia, Foto Tonnie Verheijden