De blauwe Reiger is een van de grootste vogels van Nederland, deze heb ik gefotografeerd in het Safaripark de Beekse Bergen daar komen ze heel veel voor omdat ze makkelijk aan voedsel kunnen komen tijdens het voederen van de grote Vogels in het Safaripark.
De blauwe reiger is een grote vogel met een lengte van ongeveer 90 centimeter en kan een lichaamsgewicht bereiken van zo’n 2 kilogram. Er is geen seksuele dimorfie; het mannetje en het vrouwtje zien er ongeveer hetzelfde uit. Beide geslachten hebben een grijze bovenzijde, vleugels en staart en de vleugeleinden zijn zwart. De kop is wit met een zwarte band door het oog, die doorloopt in een kuif. Ook de hals heeft een witte kleur maar is voorzien van lengtestrepen aan de voorzijde. De buikzijde is grotendeels licht grijs van kleur. De kop draagt een gele, dolkvormige snavel, in de broedtijd kleurt deze soms roodachtig. De poten zijn lang en bruin van kleur en kleur en net als de snavel roodachtig.
De reiger heeft een matig snelle vlucht met langzame, zware en diepe vleugelslagen, maar soms wordt ook een kleine zweefvlucht uitgevoerd. De nek is hierbij s-vormig ingetrokken en de poten steken achter het lichaam uit. De vleugels zijn rond, met zwarte uiteinden en een zwarte band over de achtervleugel.
De blauwe reiger verschilt van andere soorten reigers door de relatief grote lichaamslengte, de grijze bovenzijde, de witte kop en hals met brede, zwarte streep van het oog naar de zwarte, sierlijk afhangende kuif.
Geluid
Een diep, rauw “schraatsj” in de vlucht (ook wel beschreven als “grrèngk”). Op het nest snavelgeklapper en verschillende rauwe, krassende en kokkerende geluiden, ook van de jongen.
Voedsel en jacht
Vissen van 10 tot 16 cm lengte vormen de hoofdschotel van het menu van de blauwe reiger, zoals voorn in rietvelden, forellen in stromend water, maar ook stekelbaars, paling, baars, snoek, grondel, zeelt, alver, karper en brasem. Verder eet hij amfibieën (kikkers), reptielen (ringslangen), insecten, wormen, rivierkreeften, slakken, steurgarnalen, jonge vogels. Ook wel kleine zoogdieren als mollen, (water-)ratten, veldmuizen, waterspitsmuizen en konijnen.
De blauwe reiger is een waadvogel, die voorzichtig door ondiep water schrijdt of doodstil wacht op een naderende prooi. Hij heeft een voorkeur voor een waterdiepte van 20 tot 40 cm. Als hij een prooi waarneemt schiet de kop met de lange snavel razendsnel vooruit. Bijzonder is dat hij daarbij blijkbaar precies met de breking van het licht op het grensvlak van lucht en water rekening houdt. In grasland jaagt hij op muizen, kikkers en sprinkhanen, kleine vogels en wormen. In de grassteppen van Midden-Azië op ziesels (grondeekhoorns, sprinkhanen en slangen).
Trek
Sommige blauwe reigers zijn standvogels; andere verlaten hun broedplaats en trekken naar streken met een milder klimaat (Zuid-Europa en Zuid-Afrika). In Nederland en België trekt de blauwe reiger door van half juli tot diep in de winter en in het voorjaar van begin maart tot in mei. Ook zijn er vogels die bij ons overwinteren, maar geen grote aantallen.
Bron: wikipedia Foto’s T.V.S. Nature photography