Vandaag kwam ik de kleine Bonte Specht tegen in de Gaas.
De kleine bonte specht is de kleinste specht in een groot deel van zijn verspreidingsgebied, inclusief geheel Europa. De lichaamslengte van een volwassen vogel bedraagt 14 tot 16 centimeter en de vleugelspanwijdte 25 tot 27 centimeter.
De snavel en poten zijn grijs gekleurd en de iris kastanjebruin. Het verenkleed is aan de bovenzijde overwegend zwart en aan de onderzijde wit met vage donkere streepjes. De vleugels zijn aan de bovenzijde duidelijk gebandeerd met brede, witte banen. De zwarte onderrug heeft smallere witte banen. Ook de staart is wit gebandeerd. Net als de meeste spechten heeft de kleine bonte specht staartpennen met stugge veerschachten, die extra ondersteuning bieden tijdens het klimmen. De kop is overwegend wit op de zijkanten en de keel. Vanaf de snavel loopt een zwarte baardstreep door tot halverwege de nek. Het voorhoofd is wit gekleurd, vaak met een gele tint.
De kleine bonte specht is duidelijk seksueel dimorf wat betreft de koptekening. Alleen het mannetje heeft een rode kruin, aan de zijkanten gebiesd met een zwarte streep. Het vrouwtje heeft een geheel zwarte kruin en is dus geheel zwart-wit gekleurd. Het juveniele mannetje heeft een roze vlek op de voorste helft van de kroon, bij het vrouwtje is deze plek donker of grijs gevlekt.
De kleine bonte specht vertoont qua gedrag en leefwijze veel overeenkomsten met de grote bonte specht. Ook de sterk golvende vlucht van beide vogels lijken sterk op elkaar. De kleine bonte specht brengt het grootste deel van de dag door in de bovenste boomlagen. ’s Nachts slaapt hij in oude nestholtes.
De kleine bonte specht prefereert loofbossen en boreale bossen, maar komt ook voor in gemengde bossen, oeverbossen, boomgaarden en parken. De kleine bonte specht kan zich goed handhaven in productiebossen, mits er voldoende volwassen en dode bomen aanwezig zijn.
Bron Wikipedia Foto Tonnie Verheijden