Blinde Bij

_DSC7656
Deze zweefvlieg wordt Blinde Bij genoemd, omdat hij zo veel lijkt op een honingbij, dit zijn nog foto’s van de Blinde Bij van het vorig jaar, aangezien het weer niet zo gunstig is om insecten te fotograferen heb ik nog wel een voorraadje foto’s.

Het lichaam is bruin met smalle gele dwarsstrepen. De blinde bij heeft een vrij dicht behaarde kop en borststuk, en een lichter behaard achterlijf. Vlak onder het borststuk zitten links en rechts geeloranje, driehoekige vlekken die bij het mannetje het best te zien zijn. Er zijn zelfs twee genetisch verschillende kleurvarianten: een donkere variant waarbij de vrouwtjes bijna helemaal zwart zijn en de mannetjes alleen geel op het tweede (het eerste grote) tergiet (segment) hebben; en een lichte variant waarbij de vrouwtjes veel geel op het tweede tergiet hebben en de mannetjes ook geel op het derde tergiet hebben. De grootte van deze gele vlekken en de intensiteit van het geel wordt ook nog beïnvloed door de temperatuur gedurende de larvale ontwikkeling[1]. De blinde bij heeft ongeveer dezelfde vorm en kleur als de honingbij (Apis mellifera). Om de gelijkenis nog te versterken, maakt deze soort ook een zoemend geluid tijdens het vliegen en als men hem vast pakt, terwijl veel andere zweefvliegen bijna niet te horen zijn. Het verschil is vooral te zien in de vlucht: bijen maken een vrij vloeiende beweging, terwijl de blinde bij van positie naar positie kan schieten en regelmatig stil blijft hangen in de lucht. Ook de ogen zijn typisch vlieg-achtig, en de blinde bij mist zowel de kleine voelsprieten als de stuifmeelzakjes die een bij wel heeft. Opvallend is dat de blinde bij ook zijn pootjes laat hangen, net als de honingbij en dat het achterste paar poten verbreed is om op de stuifmeelzakjes te lijken. Tenslotte heeft een ‘echte’ bij twee paar vleugels in plaats van twee, maar dat is vaak zeer moeilijk te zien. Het is duidelijker te zien dat de blinde bij zijn vleugels bij zit (bv op een bloem) vlak boven zijn lichaam hangt terwijl de honingbij de vleugels meer samenvouwt en omhoog heeft staan. Mannetjes en vrouwtjes zijn bij alle leden van het geslacht Eristalis makkelijk te herkennen. Bij de mannetjes raken de ogen elkaar boven op de kop terwijl er bij de vrouwtjes een aanzienlijke afstand tussen zit waar men ook de ocelli (enkelvoudige ogen) kan vinden.
_DSC7662

Het bijzondere van de blinde bij is de ontwikkeling van de in het water levende larve. Veel aquatische insectenlarven kunnen slecht tegen zuurstofloze omgevingen en vervuiling, maar de larve van de blinde bij vindt er zijn ideale leefomgeving. De ongeveer 2 centimeter lange larve is made-achtig en leeft op de bodem van ondiepe en stilstaande, vervuilde wateren en haalt adem door een telescopisch uitschuifbare buis, waaraan de naam rattenstaartlarve te danken is. De adembuis bestaat uit drie delen en is in ingeschoven toestand ongeveer drie centimeter lang. Uitgeklapt kan de buis tot 15 cm lang worden. Hierdoor kunnen ze in vrijwel zuurstofloos water leven. Het voedsel bestaat uit rottend organisch materiaal, in het water opgeloste stoffen en plankton. De larve leeft in de modder en kruipt in het voorjaar op het droge, waar de verpopping plaatsvindt. De volwassen vlieg is te zien van juni tot november en leeft zoals vrijwel alle zweefvliegen van bloemennectar. De blinde bij is de laatste zweefvlieg die men kan vinden op bloeiende klimop. De vrouwtjes overwinteren in holle bomen en ook wel in huizen. Het komt voor dat er in groten getale rattenstaartlarven in gierkelders leven. Deze komen dan ook massaal uit de gier om te verpoppen zodat “de hele muur beweegt”.

Bron: Wikipedia  foto’s T.V.S Nature Photography

_DSC7657

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *