De Knobbelzwanen paar zijn weer rustig geworden nu hun 2 jonge zwanen zelfstandig zijn. In het begin waren het briesende leeuwen als ze dachten dat je te dicht in de buurt van jonge kwam. en dat is weleens moeilijk als ze vlak voor je deur zitten te broeden.
De jonge Zwanen
Deze vogels kunnen een spanwijdte van 2,30 meter bereiken en zijn daarmee de grootste watervogels. Zelf zijn ze 120 – 170 cm groot. Met hun lange nek kunnen ze ver onder water reiken. Ze kunnen tot 10 – 13 kg wegen. Daarmee behoren ze ook tot de zwaarst vliegende dieren. Ze zijn even groot als de wilde zwaan, maar veel groter dan de kleine zwaan. Ze zijn wit en ze hebben een oranjerode snavel. Hun kop en hals hebben een gele schijn. De onbevederde huid aan de snavelwortel en om het oog, onder de voorhoofdsknobbel, zijn zwart. Die voorhoofdsknobbel is bij mannetjes heel opvallend. Ook hun poten zijn zwart. Hun ruglijn is sterk gebogen. Ze houden hun hals bijna altijd in een sierlijke S-vorm. Die hals heeft het grootste aantal halswervels van alle vogels (26). Ze houden hun kop altijd iets omlaag gebogen. Hun snavel is relatief breed. Mannetje en vrouwtje zijn volledig gelijk, alleen hebben de mannetjes in de lente een veel meer gezwollen knobbel en hun snavel is dan ook veel roder. Mannetjes hebben ook een zwaardere nek.
Geluid
Ze maken gorgelende en blazende geluiden, al zijn die niet vaak te horen. In vlucht maken hun vleugels een laag, zingend geluid, dat wordt gemaakt door de wind die er langs strijkt. Als je hen stoort op hun nest, sissen of knorren ze woedend.
Voedsel
Hun voedsel bestaat uit waterplanten. Ze grazen ook op weiden. Ze duiken nooit zo ver dat ze volledig onder water zijn. Ze hebben een brede snavel om de waterplanten gemakkelijk af te kunnen trekken. Om die reden hebben ze ook zo’n lange hals, die ze gemakkelijk kunnen buigen. Soms zijn alleen hun staart en hun achterpoten te zien, als ze op hun kop staan en met hun poten trappelen om de diepste planten op te vissen.