Staartmeesje

De staartmezen zie je weleens in de wintermaanden samen met de koolmezen in de Gaas.

De staartmees is een zangvogel uit de familie staartmezen. Hij behoort niet tot de familie van echte mezen; staartmezen vormen een eigen familie.

Een volwassen staartmees heeft een totale lengte van 13 tot 16 centimeter, inclusief de lange, smalle staart van 6 tot 10 centimeter. De vleugelspanwijdte is 16 tot 19 centimeter, wat relatief klein is voor een zangvogel. Hij heeft een rond lichaam, een korte, stompe snavel en lange, slanke poten. De donkere ogen zijn bij sommige vogels omrand met een felgekleurde oogring.

De staartmees dankt zijn pluizig uiterlijk aan zijn veren die hij meestal opgezet heeft. Het verenkleed aan de bovenzijde is zwart en wit en aan de onderzijde wit. Veel ondersoorten hebben bovendien roze en/of grijze tinten over het hele verenkleed. Over de gehele lengte van de staart loopt een witte streep. Er bestaan veel geografische variaties in het kleurpatroon en sommige ondersoorten als A. c. caudatus en A. c. japonicus hebben een geheel witte kop, terwijl andere soorten een grijze tekening op de kop hebben. In gebieden als Noord-Europa krijgen koppels van verschillende ondersoorten regelmatig gemengd gekleurde nakomelingen.

Het kleed van geslachten is gelijk. Jonge vogels ondergaan voor hun eerste winter een complete rui die leidt tot het volwassen verenpak.

Staartmezen leven doorgaans in groepen met een hechte sociale structuur. De grenzen van hun voedselterritorium worden door de groep verdedigd tegen soortgenoten. Buiten het broedseizoen vormen staartmezen groepen van drie tot zestig vogels.

In het voorjaar bakenen de staartmezen hun territorium af en trachten ze indringers buiten te houden. Als ramen (of autospiegels) een spiegelbeeld weerkaatsen, is het mogelijk dat staartmezen wekenlang gedurende lange tijd tegen het raam komen fladderen of pikken om de vermeende indringer af te houden.

Bron Wikipedia   foto Tonnie Verheijden

1 reactie

Reacties zijn gesloten.