Tijdens een wandeling kwamen een oude bank tegen waar kleine paddenstoelen en boompjes op groeiden.
Een paddenstoel is een schimmel. De paddenstoel zelf is het gedeelte wat boven de grond zit. Voorbeelden van Nederlandse paddenstoelen zijn: oesterzwam, vliegenzwam en eekhoorntjesbrood.
Andere paddenstoelen
Een paddenstoel kan ook een speciale wegwijzer zijn die in Nederland op voetpaden en fietspaden gebruikt wordt, vooral in natuurgebieden. Het grote voordeel van zo’n wegwijzer is dat ze passen in het landschap. De naam komt van de vorm van de echte paddenstoel.
Er is een uitdrukking “ze schieten als paddenstoelen uit de grond”, dit komt omdat in de herfst de paddenstoelen de ene dag nog niet zichtbaar zijn en de volgende dag zijn er een heleboel.
Vroeger kwamen paddenstoelen ook vaak voor in verhalen. Zoals dat er een duivel verkleed was als pad. Als hij moe was dan lied hij een “stoel” uit de grond komen en kon hij uitrusten. Vandaar de naam “paddenstoel”.
Paddenstoelen
In de herfst zie je veel paddenstoelen. De bekendste is de vliegenzwam. Dat is de paddenstoel met rood met witte stippen. Van zaadje tot paddenstoel: Als een zaadje op een goede plaats terecht komt kan er een paddenstoel ontstaan. Het zaadje zit verpakt in een dun velletje (vlies). Hij groeit steeds groter tot hij niet meer in het velletje past en scheurt eruit. De steel en de hoed komen dan boven de grond. De hoed zit eerst nog dicht en zit vast aan de steek. Als de hoed open gaat zie je nog een randje op de steel zitten waar hij aan vast zat dit noem je de ring. Onder de hoed zitten allemaal kleine plaatjes hier zitten de zaadjes (sporen) van de paddenstoel in. Wanneer de sporen rijp zijn dan worden ze verplaatst door wind of vogels en begint het weer van voor af aan.
Verspreiding van sporen:
De wind zorgt er niet alleen voor dat de sporen worden verspreid. Ook volgens helpen hierbij. Als een vogel een zaadje heeft opgegeten en ergens weer uitpoept kan daar ook een paddenstoel komen. Andere paddenstoelen lokken vliegen met hun geur. Als ze er dan op gaan zitten blijven de sporen aan de pootjes van de vlieg zitten. En zo worden die verspreid.
Soorten paddenstoelen:
Er zijn veel soorten paddenstoelen. In Nederland zijn er ongveer 3500 soorten. Het is dus moeilijk om ze allemaal te herkennen. Er zijn dan ook paddenstoelen boeken om ze in op te zoeken. Er zijn wel paddenstoelen die alleen een voorkeur hebben wanneer ze groeien. Soms in de zomer, maar ook de lente en de herfst.
Verschillende vormen:
Niet alle paddenstoelen hebben een steel, een hoed en plaatjes. Paddenstoelen hebben veel verschillende vormen. Zo zijn er ook bollen en elvenbankjes.
Groeiplaatsen:
Paddenstoelen groeien niet alleen in het bos. Maar ook in: weilanden, akkers, parken, bermen, tuinen, tussen de straatstenen, duinen en op mest. Iedere soort heeft zijn eigen voorkeur. De een wil het liefste in de schaduw en de ander op stenen.
Eetbaar of giftig:
Er zijn paddenstoelen die je kunt eten zoals de champignon. Maar er zijn ook paddenstoelen die giftig zijn. Je moet dus nooit zomaar een paddenstoel eten. Dieren eten ook paddenstoelen zoals: slakken,kevers, muizen, konijnen en eekhoorns.
Bron: Wikikids
Foto’s: T.V.S.Fotografie